Home   1   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13
Hoofdstuk 10 : Organisatiestructuur en -ontwerp
Powerpoints
Extra opdrachten
Meerkeuzevragen
 


1 Wat van onderstaande is geen doel van structuur?
Een gezamenlijk doel voor de organisatie creëren
De sociale voldoening van organisatiedoelen
Fflexibiliteit om op toekomstige vereisten en ontwikkelingen te kunnen reageren en veranderende omgevingsinvloeden te kunnen opvangen
De rendabele en efficiënte prestatie van de organisatie en een optimaal gebruik van beschikbare middelen


2 De aanhangers van de sociale benadering zijn:
Voorstander van een structuur die individuen controleert
Kritisch op de nadruk op de formele structuur
Voorstander van een structuur die besluitvorming overlaat aan de hogere niveaus in de hiërarchie.
Aanhangers van de formele structuur


3 Het mogelijk om naar organisaties te kijken in termen van verschillende niveaus in de hiërarchische structuur. Deze zijn:
Technisch, supervisie, gemeenschappelijk
Operationeel, supervisie, management
Technisch, management, gemeenschappelijk
Operationeel, management, gemeenschappelijk


4 Welk niveau houdt zich bezig met specifieke operationele activiteiten en de uitvoering van afzonderlijke taken?
Management
Supervisie
Technisch
Gemeenschappelijk


5 Welk niveau houdt zich bezigt met algemene doelstellingen en het werk van de organisatie als geheel?
Gemeenschappelijk
Technisch
Management
Supervisie


6 Waar houdt het managementniveau zich mee bezig?
De selectie van operationele activiteiten
De coördinatie en integratie van werk op het technische niveau
Algemene doelstellingen en het werk van de organisatie als geheel
De specifieke operationele activiteiten en de uitvoering van afzonderlijke taken


7 Volgens Peter Drucker is het eind van de hiërarchie onzin.
Niet waar
Waar


8 Taakfuncties:
Zijn niet gericht op specifieke en definieerbare doelen maar zijn een intrinsiek onderdeel van het managementproces.
Zijn niet direct toerekenbaar voor de uitvoering van een sepcifieke eindtaak
Zijn de essentiële functies van de organisatie die verband houden met de daadwerkelijke afwikkeling van het productieproces
Worden slechts uitgevoerd door de technische staf.


9 De meest gebruikte basis voor het indelen van activiteiten gebeurt volgens
Specialisatie
Geografisch gebied
Aard van het uitgevoerde werk
Product of dienst


10 Wat is een voordeel van centralisatie?
Verhoogde reactie op lokale omstandigheden
Biedt mogelijkheden voor training en ontwikkeling van managemers
Heeft vaak een positieve uitwerking op motivatie en tevredenheid
Beter gebruik van specialisaties waaronder betere faciliteiten en apparatuur


11 Wat gebeurt er wanneer de span of control te groot is?
Het wordt lastig om ondergeschikten effectief aan te sturen
Communicatie kan er onder lijden
Er is een coördinatie- en consistentieprobleem bij besluitvorming
Administratiekosten nemen toe


12 Kleine spans of control:
leiden ertoe dat aanpassingen aan veranderingen langzaam gaan
kunnen mogelijkheden voor promotie beperken
leiden tot nieuwe autoriteitsniveau die een onnodig lange gezagsketen creëren
kunnen de gezagsketen verkleinen


13 De scalaire keten zorgt voor:
Een bepaling of de organisatie vlak of spits is
De algehele piramidevorm van de organisatie
De verticale gradaties van autoriteit en verantwoordelijkheid
De horizontale gradaties van autoriteit en verantwoordelijkheid


14 Wat is een nadeel van vlakkere structuren?
Kleinere spans of control
Belemmering van de stroom van effectieve communicatie tussen topmanagement en het personeel
Minder participatie
Wantrouwen in het management


15 In lijnrelaties stroom het gezag:
Horizontaal door de structuur
Verticaal door de structuur
Naar mensen op hetzelfde organsiatieniveau en met dezelfde verantwoordelijkheid
In lijn met contact en specialisatie


16 Latere relaties bestaan:
aan de top van de gezagsketen en neerwaarts
tussen mensen in verschillende departementen of secties, met name tussen mensen op hetzelfde organisatieniveau
tussen mensen in specialistische of adviserende posities
tussen de stafmedewerkers die een poortwachtersrol vervullen


17 Een matrixstructuur gebruikt:
gezags- en verantwoordelijkheidsstromen in twee richtingen, van boven naar beneden en van beneden naar boven
eenrichtingsstroom van autoriteit en verantwoordelijkheid, van boven naar beneden
adhoc gezags- en verantwoordelijkheidsstromen
in twee richtingen lopende gezagsstromen, naar boven, naar beneden en horizontaal door de organisatie


18 Wat geeft een organogram weer?
Hoe werk is verdeeld en hoe activiteiten zijn gegroepeerd op een bepaald moment
Hoe werk is verdeeld, hoe activiteiten zijn gegroepeerd en de namen van de werknemers
Hoe werk binnen de organisatie is verdeeld
Gedetailleerde beschrijvingen van alle functies

De antwoordkeuzemogelijkheden in deze oefening worden bij het openen van deze pagina telkens in een nieuwe, willekeurige volgorde weergegeven