|
Na bestudering van dit hoofdstuk kun je:
- onderscheid maken tussen kansen voor management en kansen voor
leiderschap;
- bepalen hoe en wanneer je moet optreden als transactioneel leider of
transformationeel leider;
- je leiderschapsstijl afstemmen op de behoeften van je medewerkers;
- medewerkers faciliteren om doelstellingen te bereiken;
- charisma gebruiken om anderen te beïnvloeden;
- ondersteunend leiderschap hanteren.
|