Evaluatie van organisatieveranderingen
Multiplechoicevragen


1    

Welk antwoord is fout (hoort niet in onderstaand rijtje thuis)?
In hoofdstuk 9 evaluaties worden de volgende drie soorten evaluaties onderscheiden:

evaluatie van de veranderingsstrategie (en interventie-instrumenten)
evaluatie van de producten/effecten (zijn de veranderingsdoelen gehaald ?)
evaluatie van het veranderingsproces
evaluatie van de organisatie (curatieve organisatiediagnose)


2    

Welk antwoord is fout (hoort niet in onderstaande opsomming thuis)?
Een ‘regelkring’ wordt gekenmerkt door vier onderdelen:

het plegen van een integrale organisatiediagnose
de gemeten prestaties vergelijken met de geplande prestaties
het nemen van passende, corrigerende maatregelen (wie is waartoe bevoegd ?)
de feitelijke prestaties meten (hoe, met welke instrumenten ?) Hoe zit het met de informatietaken: registratie, verzameling, verwerking, enzovoort ?


3    

Er volgen nu twee beweringen:

I. Tijdens de fase van ‘implementatie feedback’ worden de effecten van de veranderstrategie en de ingezette veranderinstrumenten op de langere termijn gemeten.
II. Een organisatie waarvan het probleemoplossend vermogen en het verandervermogen voldoende is noemen we een zogenaamde ‘zelfvernieuwende organisatie’.

Welk antwoord is goed:

I is fout en II is goed
I is goed en II is fout
I en II zijn fout
I en II zijn goed


4    

Welk antwoord is fout (hoort niet in onderstaand rijtje thuis)?
In het kader van de ‘zelfvernieuwende organisatie’ zijn enkele belangrijke strategieën/instrumenten om het probleemoplossend vermogen van organisaties structureel te vergroten:

teambuilding (ZST's)
(werken aan) ‘problemsolving’ (o.a. met behulp van de vorming van ‘BU's’)
het inhuren van een externe organisatieadviseur
de leerstrategie (de ‘lerende organisatie’)


5    

Welk antwoord is fout (hoort niet in onderstaande opsomming thuis)?
Drie centrale, algemene vragen met betrekking tot het plegen van evaluaties zijn:

waar (de locatie) moet worden geëvalueerd?
welke doelstellingen worden met de evaluatie nagestreefd?
Wat dient precies te worden geëvalueerd ?
hoe, dat wil zeggen met behulp van welke methodieken/technieken en meetinstrumenten kan het beste worden geëvalueerd ?


6    

Er volgen nu twee beweringen: I. De effectiviteit van (geplande) organisatieveranderingen is sterk afhankelijk van de invulling van de randvoorwaarden door het topmanagement. De randvoorwaarden worden sterk bepaald door een zorgvuldige analyse van de zogenaamde ‘succes- en faalfactoren’ met betrekking tot de implementatie van de verandering. Voor het ‘blootleggen’ van de succes- en faalfactoren is het uitvoeren van een SWOT analyse voldoende. II. Hoe hoger de manager in de organisatie is geplaatst, hoe meer de manager aan organisatieverandering en hoe minder hij met organisatieverandering
I en II zijn goed
I en II zijn fout
I is fout en II is goed
I is goed en II is fout


7    

Welk antwoord is fout?
In het geval dat de verantwoordelijke besluitvormer(s) kiest/kiezen voor ‘doe niets meer’ betekent dat dat het veranderproject (tijdelijk) wordt stopgezet
In het laatste rechthoekje moet staan: ‘Stuur eventueel bij’
De ‘regelkring’ is gebaseerd op de ‘Deming cirkel’
Het moge duidelijk zijn dat in het geval van ‘aanpassen’ dat altijd eerst de prestatiecriteria moeten worden aangepast en dan daarna de ‘metingen’


8    

Welk antwoord is fout?
De ‘regelkring’ is gebaseerd op de ‘Deming cirkel’
In het laatste rechthoekje moet staan: ‘Stuur eventueel bij’
In geval dat de verantwoordelijke besluitvormer(s) kiest/kiezen voor ‘doe niets meer’ dan betekent dat dat het verandertraject (tijdelijk) wordt stopgezet
Er zit een fout in het schema, ‘Indien niet adequaat’ en ‘Indien adequaat’ dienen te worden verwisseld


9    

Welk antwoord is fout?
Het begrip ‘regelkring’ is van origine afkomstig uit de theorie over ‘Integrale kwaliteitszorg’
In het laatste vakje moet staan: ‘Stuur eventueel bij’
In het geval dat de verantwoordelijke besluitvormer(s) kiest/kiezen voor ‘Doe niets meer’ betekent dat het veranderproject (tijdelijk) wordt stopgezet
Deming is de grondlegger van het begrip ‘regelkring’


10    

Welk antwoord is fout?
Deming is de grondlegger van het begrip ‘regelkring’
In het geval dat de verantwoordelijke besluitvormer(s) kiest/kiezen voor ‘Doe niets meer’ dan wordt het veranderproject (tijdelijk) wordt stopgezet
Het begrip ‘regelkring’ is afkomstig uit de theorie over ‘kwaliteitszorg’
In het tweede rechthoekje van links staat tussen haakjes ‘standaard’. Hiermede wordt bedoeld het formuleren van ‘standaardprestatiecriteria/-normen’


11    

Welk antwoord is fout?
‘Deming’ is de grondlegger van het begrip ‘regelkring’
Bij ‘prestatiecriteria’ is het verleidelijk om meteen te denken aan de ‘Balanced Scorecard’. Omdat het hier echter om organisatieverandering gaat is het toepassen van een Balanced Scorecard niet mogelijk
In geval dat de verantwoordelijke besluitvormer(s) kiest/kiezen voor ‘doe niets meer’ dan betekent dit dat het verandertraject (tijdelijk) wordt stopgezet
Het begrip ‘regelkring’ is afkomstig uit de theorie over ‘kwaliteitszorg’


12    

Er volgen nu twee beweringen: I. In het boek wordt de bijsturing van reorganisatieprocessen vergeleken met de werking van een ‘regelkring’. II. Aanpassing van de ‘uitvoering van een verandertraject’ verdient aanbeveling als incidentele afwijkingen worden veroorzaakt door toevallige omstandigheden. Op deze toevallige omstandigheden moet de organisatie(-top) per definitie reageren. Dit in het kader van E = K x A. Welk antwoord is goed:
I en II zijn goed
I is fout en II is goed
I is goed en II is fout
I en II zijn fout


13    

Welk antwoord is goed? ‘E = K x A’ betekent:
effectiviteit = kwaliteit (van de voorbereiding) x de acceptatie (bij de betrokkenen)
efficiëntie = kracht (van de leidinggevende) x aanpassing (van de medewerker)
efficiëntie = kracht x arbeidsmotivatie
efficiëntie = kracht x acceptatie

De antwoordkeuzemogelijkheden in deze oefening worden bij het openen van deze pagina telkens in een nieuwe, willekeurige volgorde weergegeven