|
|
1 |
Alle teams zijn groepen, maar niet alle groepen zijn teams.
|
|
|
Waar
|
|
|
Niet waar
|
|
|
2 |
Wanneer van teams alleen de groepsprestaties worden gewaardeerd, gaan individuele teamleden minder hard hun best doen.
|
|
|
Waar
|
|
|
Niet waar
|
|
|
3 |
De drie soorten aanvullende vaardigheden die een team nodig heeft om te slagen, zijn technische expertise, het oplossen van problemen en een gemeenschappelijk doel.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
4 |
De vijf stadia van teamontwikkeling zijn als volgt: vormen, normeren, stormen, presteren en uiteengaan.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
5 |
Wanneer een tijdelijk team binnen afzienbare tijd uiteengaat, hoeft een manager zich geen zorgen meer te maken over de gevoelens, het moreel en de productiviteit van leden.
|
|
|
Waar
|
|
|
Niet waar
|
|
|
6 |
Deadlines voor taken, samenstelling van teams, leiderschap en ondersteuning kunnen een team helpen bij het doorlopen van de vijf ontwikkelingsstadia.
|
|
|
Waar
|
|
|
Niet waar
|
|
|
7 |
Communiceren buiten de groep, een te grote afhankelijkheid van de leider en verborgen conflicten zijn allemaal tekenen dat een team niet effectief is.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
8 |
Structuur geven is het belangrijkste element van teamleiderschap.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
9 |
Bij het effectief plannen van vergaderingen moet al het volgende gebeuren: doelen stellen, deelnemers selecteren, de agenda plannen en deelnemers van tevoren raadplegen.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
10 |
Wanneer het team in de richting van een beslissing manoeuvreert, moet de leider niet proberen de besprekingen te bepalen.
|
|
|
Niet waar
|
|
|
Waar
|
|
|
De antwoordkeuzemogelijkheden in deze oefening worden bij het openen van deze pagina telkens in een nieuwe, willekeurige volgorde weergegeven
|